Huishoudelijk reglement

Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen

Art.1 Studievereniging Opleidingen Gebarentaal is de naam van de studievereniging voor de opleidingen van het Instituut voor Gebaren, Taal en Dovenstudies aan de Hogeschool Utrecht. De Studievereniging Opleidingen Gebarentaal mag worden afgekort tot SOG. Vanaf hier wordt SOG aangeduid met ‘de vereniging’.

Art.2 Het huishoudelijk reglement is een uitbreiding op de statuten en het financieel reglement. Het is onderhevig aan de statuten en gelijkwaardig aan het financieel reglement.

Art.3 Een wijziging in het huishoudelijk reglement kan alleen per ALV geschieden, hiervoor is een meerderheid van stemmen nodig.

Art.4 Indien omtrent een situatie noch de statuten, noch het huishoudelijk reglement, noch het financieel reglement uitkomst bieden, beslist het bestuur binnen de grenzen van de statuten en naar gelang de maatstaven van redelijkheid.

Art.5 Indien de belangen, gemoeid met een beslissing genomen zoals in hoofdstuk 1, artikel 4 van het huishoudelijk reglement, van voldoende zwaarwegende consequenties zijn voor de leden, de reputatie, de financiële situatie of het voortbestaan van de vereniging, wordt hierover een besluit genomen op de ALV.

Art.6 De geldigheidsduur van het huishoudelijk reglement is onbeperkt, zolang het de goedkeuring heeft van de ALV.

Hoofdstuk 2: Het bestuur
Dit artikel vormt een uitbreiding op de statuten

Art.1 De taken van elk bestuurslid worden vastgelegd in het beleidsplan. Indien het beleidsplan wordt goedgekeurd op de wissel-ALV, gelden deze taken alsof zij vastgelegd zouden zijn in het huishoudelijk reglement.

Art.2 De taken van elk bestuurslid kunnen in de loop van het bestuursjaar enkel per ALV gewijzigd worden, indien met redenen omkleed.

Art.3 Het bestuur van de vereniging bestaat statutair vastgelegd uit de voorzitter, secretaris en penningmeester

Art.4 Gedurende het bestuursjaar mogen extra commissarissen aan het zittend bestuur toegevoegd worden

Art.5 Het zittend bestuur draagt een kandidaatsbestuur voor opvolging voor op een speciaal daarvoor belegde ALV. De verantwoordelijkheid voor het vinden van een opvolgend kandidaatsbestuur ligt bij het zittend bestuur. De wissel-ALV dient op, of zo kort mogelijk na, het einde van het bestuursjaar worden belegd.

Art.6 Op de wissel-ALV presenteert het kandidaatsbestuur zijn beleidsplan. Indien dit beleidsplan door de ALV wordt afgekeurd, dient binnen vier weken een nieuwe ALV belegd te worden, ter goedkeuring van het gewijzigde beleidsplan.

Hoofdstuk 3: Commissies
Dit artikel vormt een uitbreiding op de statuten

Art.1 Commissies kunnen toegevoegd, afgeschaft of gewijzigd worden, dit met instemming van de ALV.

Art.2 Tijdens de wissel-ALV worden de commissieleden bekend gemaakt en gechargeerd.

Art.3 Commissieleden kunnen in de loop van het jaar toegevoegd worden aan commissies, alsmede kiezen hun deelname te laten vervallen. Formele dechargering vindt plaats op de eerste wissel-ALV volgende op de aanstelling.

Art.4 Elke commissie heeft, indien nodig en mogelijk, een voorzitter, secretaris en penningmeester.

Art.5 In elke commissie neemt ten minste één persoon uit het dagelijks bestuur plaats, in de functie van voorzitter óf coördinator van de desbetreffende commissie. De keuze of een bestuurslid voorzitter of coördinator wordt van een commissie, geschiedt in overleg met het bestuur en de betreffende commissieleden. De uitzondering op deze regeling is de Kascontrolecommissie, welke als enige onafhankelijk van het bestuur is.

Art.6 De voorzitter van een commissie leidt de vergaderingen, geeft sturing aan de werkzaamheden van desbetreffende commissie en is verantwoordelijk voor het goed functioneren van de commissie, alsmede voor haar behaalde resultaten. Tevens draagt hij het beleid van het bestuur uit.

Art.7 De functie van coördinator is toezichthouder vanuit het bestuur, welke de ontwikkelingen van de commissie overziet en zorgt dat de commissie het beleid van het bestuur uitdraagt.

Art.8 Alle commissies zijn verantwoording verschuldigd aan de ALV. Eindverantwoordelijke is het bestuurslid onder wie de commissie valt. Het bestuur kan een commissievoorzitter te allen tijden ter verantwoording roepen indien de situatie daartoe noopt.

Art.9 Het bestuur behoudt zich het recht voor leden uit een commissie te zetten, mits met redenen omkleed.